Een startbijdrage is mogelijk voor de eerste activiteit en daarmee samenhangende kostenposten die na de oprichting plaatsvinden (zoals PR en investeringen in instrumenten of apparatuur). De startbijdrage is niet bestemd voor reguliere kosten en de praktische kosten van het oprichten (zoals notariskosten of administratieve kosten).

Indien een organisatie voor het tweede jaar na de startbijdrage om een bijdrage vraagt zal bij een positief besluit maximaal de helft (50%) van het maximumbedrag in de betreffende categorie worden toegekend. Hierna geldt een wachttijd tot een eerstvolgend lustrum of jubileum. Speciale activiteiten bij jubilea/lustra vallen binnen de richtlijnen als het gaat om een lustrum (eens in de 5 jaar), een jubileum van 25 jaar of een veelvoud daarvan. Bij de beoordeling zal een aanvraag los hiervan worden getoetst op bijzonderheid. Een uitzondering kan gemaakt worden voor buitengewoon bijzondere activiteiten.

Voor studenten- en studieverenigingen geldt, dat een bijdrage alleen mogelijk is voor een lustrumproductie, mits de activiteiten voor derden toegankelijk zijn en sprake is van zelfwerkzaamheid.

Voorwaarden

De volgende activiteiten of investeringen kunnen ondersteund worden:

  • Publicaties en educatieve of documentaire audiovisuele en nieuwe media producties: Maximaal 10% van de werkelijke kosten met een maximum van € 10.000. Toelichting: wij hanteren geen onderscheid tussen professionele- en amateurpublicaties, omdat het uitgangspunt is dat de verkoop plaatsvindt via de boekhandel. Verkoop via de boekhandel is overigens geen verplichting, brede verspreiding wel. Bij radio- en tv-zenders wordt de volgende lijn gehanteerd. De zender zelf komt niet in aanmerking voor een bijdrage, het product (bijvoorbeeld een cultuurprogramma) wel.

    Gebruik bij een aanvraag voor publicaties het calculatieformulier.